Ik vertel haar wat ‘zelfliefde’ voor mij betekent in mijn rol als moeder. Ik heb een groot oordeel over ‘roepen’ tegen je kinderen: het boezemt je kinderen angst in, het verbreekt de verbinding, het is een teken van zwakte en machteloosheid, je verliest respect van je kinderen, etc… kortom, mijn onderliggende beperkende overtuiging is:
“Als ik roep tegen mijn kinderen, BEN ik een slechte moeder”
De realiteit is dat ik vaker dan me lief is, roep tegen mijn kinderen omdat ik zelf moe ben, omdat ik na een paar keer vriendelijk te vragen om iets op te ruimen, mijn geduld kwijt ben. Omdat ik eigenlijk boos ben op mijn man maar het met hem niet uitgepraat krijg en de kinderen op het verkeerde moment een vraag stellen, etc…
“Nee, dat geloof ik niet”, zei ze. “Jij roepen?” “Het lijkt alsof jij een engelengeduld hebt”… “yeah right”, zei mijn interne criticus, “dan ken je haar nog niet goed, je moest eens weten”
“Ja toch niet, ik ben ook maar een mens”, zei ik. Maar wanneer dit gebeurt en mijn interne criticus het overneemt, kan ik twee dingen doen: wegkwijnen onder zelfbeklag, slachtofferschap en schuldgevoel of zelfcompassie uitoefenen. Ik kies voor het laatste en voor mij werkt het best met ‘Honnoponno’, het hawaiiaanse vergevingsritueel wat je uitoefent met de 4 zinnen: I’m sorry, please forgive me, I thank you and I love you. Het spijt mij dat ik geroepen heb, vergeef me alsjeblief, dank je voor de lessen die je me komt brengen die ik nog heb te leren, hiermee kan ik aan de slag en ik hou van jou, ondanks dat je geroepen hebt.
Door met mildheid en mededogen naar mezelf en mijn gedrag te kijken, val ik niet langer samen met mijn gedrag:
Ik HEB geroepen, maar dat maakt nog niet dat ik een ‘slechte moeder’ BEN.