Afgelopen week was ik op een netwerk event waar enthousiast heen en weer verteld werd over onze mooie vakantiebestemmingen, de indrukken die we hadden opgedaan en de absolute aanraders om te bezoeken. Het enthousiasme werd echter snel overstemd door de verhalen van hoe druk we het in de aanloop van de vakantie nog hadden gehad, hoe we onderweg naar de vakantiebestemming toch nog telefoon kregen, hoe we onze vakantie onderbraken voor het buitenlands bezoek dat we absoluut nog moesten ontvangen en hoe we toch ook maar vakantie namen en thuis bleven om in alle ‘rust’ bij te werken. Dit werd door de andere druk bezette netwerkers met veel begrip en herkenning onthaald dat het toch eens goed kon zijn om rustig bij te werken en dat dit ook een vorm van vakantie was.
HELP, dacht ik, dit is zo herkenbaar… en toch echt een evolutie van de laatste jaren. Vroeger werkten we toch rustig bij, in aanloop van de vakantie en werkten we rustig in, na de vakantie? Waar zijn deze tijden naartoe?
Ik moet niet verder kijken dan naar mezelf om te weten dat ik er ook schuldig aan ben. Ik verlangde al lange tijd naar mijn 4 weken vakantie, waarvan we 2 weken naar Noorwegen zouden gaan. De laatste vrijdagavond heb ik nog tot 22u zaken ‘afgewerkt’. ‘Als ik dit nog afgewerkt heb, kan ik rustig op vakantie vertrekken‘, zeg je dan tegen jezelf.
En dan het fenomeen van ‘erin komen’ in je vakantie (of voor de workaholics onder ons: het fenomeen van ‘afkicken’ van je werkverslaving ;-)):
Je ‘werkt’ dan wel niet meer, ah nee, want je bent mét vakantie, maar je werkt nog wel hard door, zij het op een ander vlak. In het begin valt het niet zo op: Je ‘werkt’ hard om alles ingepakt te krijgen, wat een hele planning was deze keer met een beperkte kofferruimte en alle weersomstandigheden in het verschiet, in combinatie met een sociaal drukbezet weekend voor je zondagnacht vertrekt. Dan kom je toe op je vakantiebestemming en start de volgende planning en organisatie: hoe gaan we het maximum uit 14 dagen Noorwegen halen? Wat willen we zeker gezien en gedaan hebben? De ‘fear of missing out’ hadden we vergeten thuis te laten ;-). Gelukkig komt op een bepaald moment de ‘noodrem’, die ons aanspoort om gewoon eens lekker niks te doen. Vroeger zou ik hier niet naar geluisterd hebben, onder het motto ‘slapen doe ik wel als ik dood ben’ (echt waar, Jezus als ik hieraan terug denk…). Nu niet meer, nu kan ik het effect van heerlijk niksen wel appreciëren als levende mens en kom ik tot de vaststelling dat op tijd en stond eens goed niksen, alleen maar de ‘kwaliteit’ van het leven verhoogt en je intenser laat genieten.